Vijf jaar na decentralisatie is de ondersteuning van kwetsbare burgers nog niet op orde
Meer participatie in de samenleving voor mensen die dit niet (helemaal) op eigen kracht kunnen; dat was het streven toen vijf jaar geleden gestart werd met de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, de Jeugdwet en de Participatiewet. De resultaten blijven in de praktijk achter bij de verwachtingen van deze decentralisatie. De deelname van mensen met een beperking aan de samenleving is niet toegenomen, er zijn nog steeds knelpunten in de jeugdzorg en de kansen op werk voor mensen met een arbeidsbeperking zijn nauwelijks verbeterd. Dit concludeert het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in ‘Sociaal domein op koers? Verwachtingen en resultaten van vijf jaar decentraal beleid’. De verwachtingen van het nieuwe beleid waren te hoog gespannen, bijvoorbeeld over de zelfredzaamheid van mensen en een zorgzamere samenleving. Gemeenten behalen nog geen betere resultaten dan het Rijk. De betrokken ministeries zijn nu aan zet om realistische doelen te stellen en regels beter op elkaar af stemmen.
Een aantal kwetsbare groepen krijgt te weinig prioriteit
Er gaat ook veel goed. In het sociaal domein worden veel mensen geholpen door hun gemeente. Tegelijk is het zorgelijk dat in de huidige praktijk een aantal kwetsbare groepen aan het kortste eind lijkt te trekken. Lichte hulpvragen krijgen voorrang omdat deze goedkoper zijn op te lossen. De hulp aan specifieke kwetsbare groepen lukt niet goed. Zo zijn er lange wachttijden voor jongeren met complexe problemen en zijn de baankansen afgenomen voor mensen die aangepast werk nodig hebben. Ook wordt de hulpverlening aan mensen met meerdere problemen belemmerd door ingewikkelde regelgevingVoor het volledige rapport kijk in de map "Overig Nieuws" in de leeskelder ->
Geen opmerkingen:
Een reactie posten