De Grijze Ezel, koppig voor ouderen

koppig voor ouderen
Gestart op 14 april 2020, regelmatig opgeschoond, voorjaar 2023 volgende grote herziening.

Recente post voorop.Vaste pagina's op thema erachter.
Zie de gele navigatiebalk bovenaan
Koppeling met de archieven van Grijze Ezel en contactblad Senior.
Meer achtergronden en verdieping.
Zie de navigatiekolom rechts.
Oudere post kun je ook opzoeken.
Overzicht aan de rechterkant onderaan.

Op de mobiel, gebruik deze dwars, rol naar beneden en klik op Internetversie weergeven.

Focus op ouderen, hun mantelzorgers en verzorgers.

HryMenu

dinsdag 31 augustus 2021

Nieuwe akelige corona-variant trekt over de aarde

Een nieuwe coronavariant verspreidt zich snel over de wereld. De variant, voorlopige naam C.1.2, werd in mei voor het eerst gesignaleerd in Zuid-Afrika, maar is inmiddels ook opgedoken in Congo, Mauritius, Engeland, Portugal, Zwitserland en Nieuw-Zeeland. En dat zijn slechts de landen waarvan vaststaat dat C1.2 er is.

De variant is besmettelijker dan andere varianten van het coronavirus en weet antilichamen, en dus vaccins, slim te omzeilen. Dat kan betekenen dat mensen die covid hebben gehad of gevaccineerd zijn tegen deze variant minder goed beschermd zijn. Wetenschappers maken zich bovendien zorgen over de snelheid waarmee de variant muteert, schrijft het Bloomberg. Met een snelheid van zo'n 42 mutaties per jaar doet het dat bijna twee keer zo snel als de tot nu toe bekende varianten van het coronavirus.

Bron: WelingelichteKringen 210830, Bloomberg 

zaterdag 28 augustus 2021

Blijven de vaccins werken, deze herfst?

De eerste stap naar een samenleving zonder coronamaatregelen wordt maandag gezet: in het hoger onderwijs mogen studenten weer bij elkaar aanschuiven in klassen en collegezalen zonder anderhalve meter afstand – zij het met maximaal 75 personen.

Onvermijdelijk zal de heropening leiden tot extra besmettingen met het coronavirus. Als de gevolgen meevallen, neemt het kabinet op 20 september de volgende stap: dan verdwijnt de anderhalve meter in de hele samenleving. Zullen we een vijfde golf weten te beheersen? Vier vragen over de onzekerheden die bepalen hoe de herfst eruit gaat zien.

1 Blijven de vaccins werken?

Uit Israël komen de laatste weken verontrustende berichten: de besmettingen lopen er op, terwijl 60 procent van de inwoners volledig ingeënt is met het Pfizervaccin. De werking van vaccins lijkt in de loop van zes maanden af te nemen, en de twee keer zo besmettelijke Deltavariant lijkt makkelijker door de bescherming heen te breken, laten recente studies zien uit onder meer de VS, Israël en het Verenigd Koninkrijk. In de Britse onderzoeken daalde de bescherming van het Pfizervaccin tegen infectie met Delta in vier tot zes maanden van rond de 80 procent naar rond de 70 procent; de afname was sneller dan die van het AstraZeneca-vaccin, dat tot 67 procent daalde.

Maar de afname betreft in al die studies vooral de bescherming tegen het oplopen van het virus. De bescherming tegen ernstige ziekte en ziekenhuisopname door Delta blijft in alle studies onverminderd hoog, rond 90 tot 95 procent.

Dat blijkt ook uit een studie die het RIVM vrijdag publiceerde. Daarin werd gekeken naar de vaccinatiestatus van patiënten die tussen april en augustus met Covid-19 in het ziekenhuis werden opgenomen. De vaccins beschermen voor zo’n 95 procent tegen ziekenhuisopname, blijkt uit dat onderzoek. Sinds juli worden er evenveel ongevaccineerde als gevaccineerde zeventigplussers opgenomen in het ziekenhuis. De vaccinatiegraad is in die leeftijdsgroep 90 procent – uit een veel kleinere groep ongevaccineerden komen dus evenveel ziekenhuisopnames als uit de grote groep volledig gevaccineerden. Relatief hebben ongevaccineerden dus meer kans om in het ziekenhuis te belanden.

2 Moeten we ons opmaken voor een derde prik?

Israël begon eind juli bij zestigplussers en biedt nu alle dertigplussers een derde prik van het Pfizervaccin . Ook onder meer de VS, Duitsland en Frankrijk willen kwetsbare groepen een derde prik geven. In Nederland zal de Gezondheidsraad er in de eerste helft van september een advies over uitbrengen.

Wat een derde prik doet is nog niet helemaal duidelijk. „In het algemeen verbetert die de kwaliteit van de immuunrespons en de hoeveelheid antistoffen”, zegt de Groningse vaccinoloog Anke Huckriede. De eerste signalen uit Israël suggereren dat een boosterprik de afweer versterkt. Zestigplussers waren tien dagen na een derde dosis vier keer zo goed beschermd tegen een infectie als na twee prikken. Ook het Janssenvaccin, dat uit één prik bestaat, wekt meer en betere antistoffen op na een tweede dosis na zes maanden, meldde het bedrijf woensdag.

Aan de afweging kleeft een ethische kwestie: in de meeste armere landen is nog nauwelijks gevaccineerd. WHO-leider Tedros Adhanom Ghebreyesus riep rijke landen deze week nogmaals op de derde prik uit te stellen en de vaccins eerst over armere landen te verdelen. Dat zal mogelijk ook het ontstaan van nieuwe virusvarianten remmen die ontsnappen aan de vaccinbescherming.

3 Wat kunnen de ziekenhuizen aan?

Ruim driekwart van de volwassenen in Nederland is nu volledig gevaccineerd. Naar schatting 1,8 miljoen mensen hebben nog geen immuniteit opgebouwd, via vaccinatie noch infectie. Zij zullen niet worden beschermd door groepsimmuniteit, zei OMT-voorzitter Jaap van Dissel onlangs, onder meer vanwege de besmettelijkere Deltavariant. Wie niet is gevaccineerd, zal vroeg of laat worden geïnfecteerd. Als deze mensen allemaal tegelijk besmet raken, kan dat 2.200 tot 3.400 IC-opnames opleveren en ook een flinke piek op de verpleegafdeling.

De speelruimte voor versoepelingen wordt fors beperkt door de situatie in de ziekenhuizen. Afgelopen anderhalf jaar lagen er regelmatig honderden Covid-patiënten op de IC, en dat heeft zijn tol geëist. Door tekorten aan personeel moesten er medewerkers van andere afdelingen inspringen, waardoor andere zorg werden uitgesteld. Er zijn nog duizenden uren aan operaties in te halen. Het kabinet hoopt dat die zorg nog dit jaar wordt ingehaald. Bovendien zijn veel zorgmedewerkers overwerkt door lange en intensieve werkdagen, waarschuwen instellingen als het Landelijk Netwerk Acute Zorg.

Ook bestaat de vrees dat komende winter andere virussen als de griep en het RS-virus, weer hevig de kop opsteken. Die waren het afgelopen jaar praktisch afwezig door de coronamaatregelen. Ook voor patiënten besmet met die virussen kan een groot aantal IC-bedden nodig zijn.

In normale omstandigheden zijn er maar honderd IC- bedden beschikbaar voor Covid-patiënten, zei intensivist Diederik Gommers eerder tegen nu.nl. Een gemiddelde IC-patiënt – patiënt van ongeacht welke ziekte – ligt zo’n tweeënhalve dag op de IC, maar een gemiddelde IC- patiënt met Covid zo’n achttien dagen. Er liggen nu tweehonderd Covid-patiënten op de IC’s, waardoor ook nu niet alle geplande operaties kunnen doorgaan.

4 Wanneer wil het kabinet ingrijpen?

Het doel van het kabinet blijft hetzelfde als vóór de vaccinatiecampagne: de druk op de zorg beheersbaar houden. Het kabinet houdt er rekening mee dat door de versoepelingen van 30 augustus het aantal ziekenhuisopnames weer kan toenemen – ook omdat de afschaling van maatregelen eigenlijk tegen het advies van het OMT was. Het OMT wilde wachten met het afschaffen van de anderhalve meter in klaslokalen en collegezalen tot 20 september, als iedereen daadwerkelijk de kans heeft gehad zich volledig te laten vaccineren.

De data voor andere versoepelingen (op 20 september zou de anderhalve meter helemaal afgeschaft kunnen worden, op 1 november heropent het nachtleven mogelijk) staan „met potlood geschreven”: ze kunnen ook níét doorgaan. Welke voorwaarden daar aan zijn verbonden, is niet duidelijk. Het RIVM rekent nog aan nieuwe „signaalwaarden” die aangeven wanneer de coronacijfers gevaarlijk hoog worden. Het kabinet gaat in elk geval goed kijken naar het OMT-advies dat wordt gegeven voorafgaand aan mogelijke versoepelingen.

Bron: NRC 210828

vrijdag 27 augustus 2021

Half november is er een medicijn tegen corona beschikbaar

Volgens de voorzitter van de Franse Wetenschappelijke Raad, Jean-François Delfraissy, is er goede hoop dat er vanaf half november een medicijn tegen corona beschikbaar komt (video vanaf 8:50). Anders dan de vaccins die besmetting voorkomen, is het medicijn bedoeld om de ziekte zelf te bestrijden. Ook mensen die ongevaccineerd zijn en corona krijgen kunnen daar baat bij hebben.

Delfraissy, die bekend staat om zijn veelal zeer voorzichtige uitspraken, vertelde aan de nieuwszender Europe 1 dat verschillende bedrijven werken aan een middel dat voorkomt dat het virus zich in het lichaam kan vermenigvuldigen. Een pillenkuur van vijf dagen zou voldoende zijn om het virus er onder te krijgen. Het middel wordt ingenomen zo gauw de eerste verschijnselen zich voordoen en de diagnose is gesteld. Het middel was aanvankelijk bedoeld voor mensen die extra risico lopen maar zou inmiddels veel breder toepasbaar zijn.

De wetenschapper zei niet op welk medicijn hij doelde maar volgens deskundigen die door de Huffington Post zijn geraadpleegd gaat het om Molnupiravir van farmareus Merck. De proeven daarmee worden versneld uitgevoerd en de eerste analyses die in juni bekend werden zijn zeer gunstig. Het medicijn zou weinig bijwerkingen hebben. Daarmee zou het middel mogelijk de wegbereider zijn naar een terugkeer naar de normale samenleving.

Delfraissy waarschuwde wel niet te euforisch te zijn. Zolang de eindresultaten nog niet bekend zijn kan er nog van alles spaak lopen. Tijdens proeven kunnen onverwachte zaken aan het licht komen, daar zijn de experimenten immers voor bedoeld. Er wordt nog weinig over het medicijn gesproken omdat zowel de wetenschap als de industrie een mediahype willen voorkomen voordat zeker is dat het middel veilig is. Een mislukking zou de strijd tegen corona kunnen schaden, vrezen ze. Niettemin is het veelzeggend dat Delfraissy een termijn durft te noemen.

Het middel Molnupiravir wordt onder meer getest in Vietnam, meldt Saigon Online. De Vietnamese minister van Volksgezondheid Nguyen Thanh Long heeft dat verklaard tijdens een werkbezoek in Ho Chi Minh City. Een fabriek van Merck in Vietnam produceert 2,3 miljoen pillen voor 116.000 met corona besmette patiënten. Zij krijgen naast het nieuwe medicijn ook middelen om hoest en koorts tegen te gaan, middelen tegen trombose en tabletten vitamine C. Teams bezorgen de medicijnen bij besmette personen thuis.

Ook in Groot-Britannië werden deze maand proefpersonen gezocht voor Molnupiravir. Daarbij wordt benadrukt dat het vaccin het beste middel is om het virus te bestrijden maar dat het medicijn ook nodig is omdat zelfs gevaccineerden besmet kunnen worden met de nodige gevolgen.

Bron: Skipr 210827

woensdag 25 augustus 2021

RIVM: Reproductiegetal weer boven 1

Het aantal nieuwe coronagevallen in de afgelopen zeven dagen is gestegen, na een paar weken van daling. In de afgelopen week zijn 17.315 positieve tests geregistreerd. Dat is 4,5 procent meer dan de week ervoor. Toen kreeg het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) 16.564 meldingen.


Het reproductiegetal, dat aangeeft hoe snel het coronavirus zich verspreidt, stijgt ook licht. Het cijfer is voor het eerst in ongeveer een maand boven de 1 gekomen. Het staat nu op 1,01, terwijl het op vrijdag 0,97 was. Bij een getal van rond de 1 is de uitbraak stabiel. Hoe verder het getal erboven komt, hoe sneller het aantal besmettingen toeneemt. Het reproductiegetal gaat altijd over de situatie twee weken eerder, omdat recentere cijfers nog niet betrouwbaar genoeg zijn. Het cijfer van 1,01 gaat over de situatie op 9 augustus. De laatste keer dat het getal boven de 1 zat, was op 10 juli.

Ziekenhuisopnames

Het aantal ziekenhuisopnames daalde licht. In de afgelopen week moesten volgens het RIVM 405 mensen vanwege hun coronabesmetting worden opgenomen. Van hen kwamen 92 op een intensive care te liggen. De week ervoor waren er 461 opnames, van wie 92 op een ic- afdeling belandden.

Het aantal sterfgevallen veranderde vrijwel niet. Het RIVM kreeg 48 meldingen dat een coronapatiënt aan de gevolgen van de besmetting was overleden, tegen 42 een week eerder en 46 in de week daarvoor. Wanneer een coronapatiënt overlijdt, kan het een tijdje duren voordat dit is geregistreerd, dus het wil niet zeggen dat al deze 48 mensen in de afgelopen week zijn overleden. Bij de overleden personen gaat het vooral om mensen van 80 jaar en ouder.

Besmetting door huisgenoot

Vier op de vijf positief geteste mensen zijn besmet geraakt door een huisgenoot, doordat ze bezoek kregen van iemand die het virus onder de leden had, of doordat ze zelf bij een besmette persoon op bezoek gingen. Een op de tien mensen is op vakantie aangestoken. Van hen was Turkije de belangrijkste vakantiebestemming (17,9 procent), gevolgd door Spanje (12,9 procent), Frankrijk (11,8 procent) en Marokko (10 procent).

De meeste mensen bij wie het coronavirus wordt vastgesteld, zijn niet gevaccineerd. In de laatste zes weken zijn 368.000 mensen positief getest. Van ruim 305.000 mensen is bekend of ze gevaccineerd zijn. Twee op de drie waren niet ingeënt, 18 procent deels en 16 procent helemaal. (ANP)

Bron; Skipr 210824

zaterdag 21 augustus 2021

Israël zet vol in op derde prik

Israël zet vol in op derde prik na explosieve stijging besmettingen

Lang liep Israël voorop in de strijd tegen corona, maar de laatste maanden stijgt het aantal gevallen weer explosief. Waar gaat het mis?

Eind januari, toen we in ons land nog maar net waren begonnen met inenten, hadden in Israël al 3 miljoen van de 8,8 miljoen inwoners een eerste prik gehad. De hele wereld had de ogen gericht op de vaccinatiekampioen om te zien wat het effect zou zijn van de succesvolle prikcampagne.

Inmiddels loopt Israël niet meer zo voor op de rest van de wereld, maar zijn er al wel 5 miljoen mensen volledig gevaccineerd. In eerste instantie bleek die strategie succesvol: de besmettingscijfers daalden rap. Maar waar twee maanden geleden dagelijks nog maar 10 tot 12 mensen per dag besmet raakten, is dat nu opgelopen tot maar liefst 8000 per dag.

Juist het feit dat Israël begin dit jaar voorliep, speelt daarbij een rol, zegt correspondent Ankie Rechess in het NOS Radio 1 Journaal. Experts wijzen erop dat de effectiviteit van de twee Pfizer-inentingen na een half jaar afneemt. "Daardoor kunnen mensen die gevaccineerd zijn toch weer besmet raken", zegt Rechess. "Er gaan nu ook extra besmettelijke varianten van het virus rond. Het pluspunt is wel dat mensen die gevaccineerd zijn meestal minder ziek worden."

Feestdagen voor de deur

Met de oplossing voor de oplopende besmettingscijfers loopt het land opnieuw voorop: de booster-vaccinatie, ofwel een derde coronaprik die de effectiviteit weer verhoogt. Die booster was er al voor Israëliërs boven de 50, maar is nu ook beschikbaar voor inwoners boven de 40, en binnenkort voor iedereen boven de 12.

In een toespraak gisteravond hamerde de Israëlische premier Naftali Bennett op het belang van de booster. Hij riep iedereen op zich een derde keer te laten vaccineren. Zelf liet Bennett zichzelf vandaag ook inenten met de booster. Premier Israël krijgt derde coronaprik: 'De manier om het virus te verslaan'

Daarnaast riep de premier mensen op zich aan de basisregels te houden zodat een vierde lockdown voorkomen kan worden. Daar zit niemand op te wachten, zeker niet met een serie feestdagen voor de deur. "September is een feestmaand hier: Joods Nieuwjaar, het Loofhuttenfeest, Jom Kippoer, dat zijn allemaal familiefeesten. Met met een lockdown zou dat niet mogelijk zijn."

Mensen gaan daarom massaal de booster halen. Ruim een miljoen mensen heeft dat al gedaan en er staan soms rijen bij de vaccinatiepunten, die van 06.00 uur 's ochtends tot middernacht open zijn, zeven dagen per week.

En in Nederland?

De vraag is of de boosterpaniek in Israël een voorbode is van wat ons in Nederland staat te wachten. Dat hoeft helemaal niet, denkt Ben van der Zeijst, emeritus hoogleraar vaccins en voormalig hoofd Vaccins van het RIVM. "Wat in Israël ook speelt is dat nog steeds niet iedereen twee keer is gevaccineerd en dat veel coronamaatregelen een paar maanden geleden even zijn losgelaten. Met de deltavariant erbij krijg je dan veel verspreiding."

Maar is het beschikbaar stellen van een boostervaccin in Nederland misschien niet hoe dan ook een goed idee? Het zou kunnen, stelt de vaccinoloog. "De vaccins voor de derde prik zijn hier in EU-verband al besteld. We hoeven alleen nog te beslissen of we het doen. De Gezondheidsraad kijkt daar nu naar. Daarbij zullen ze goed in de gaten houden wat er in landen als Israël gebeurt, maar ook in het Verenigd Koninkrijk waar de afstandsregels zijn losgelaten."

Intussen is er een groep van ongeveer 1 miljoen mensen die nog helemaal niet is gevaccineerd. Eerder waren dat vooral leden van de orthodox-joodse gemeenschap, nu is dat niet meer zo. "De rabbijnen zijn overtuigd geraakt van het nut van de coronaprikken en die hebben gewoon opdracht gegeven aan de gelovigen om zich te laten inenten. Daar is gehoor aan gegeven. Alleen een klein deel ultra-orthodoxe joden doet dat nog steeds niet."

Derde prik al besteld

Het is nu vooral een deel van de Arabisch-Israëlische bevolking dat weinig geloof hecht aan het vaccin. Daarnaast zijn er jongeren die zich niet laten prikken. Onder die groepen wordt nu intensief campagne gevoerd, zegt Rechess. "Om de mensen er toch van te overtuigen dat het de enige oplossing is. Dat klopt ook als je kijkt naar de sterftecijfers: van de 105 mensen die de afgelopen tijd zijn overleden aan het virus waren er 103 niet of maar gedeeltelijk gevaccineerd. Dat liegt er niet om."

Bron; NOS 210820

donderdag 19 augustus 2021

Wonen en zorg steeds hoger op de agenda

Wonen en zorg steeds hoger op de agenda, maar we zijn er nog niet

Die conclusie trekt de Taskforce Wonen en Zorg op basis van een onderzoek dat SiRM en Finance Ideas in opdracht van de Taskforce hebben uitgevoerd. Er is een betekenisvolle beweging in gang gezet die op korte termijn moet resulteren in concrete acties om de groeiende groep ouderen voldoende te faciliteren in hun woon- en zorgbehoeften.

Het onderzoek van SiRM/Finance Ideas bouwt voort op hun eerdere onderzoek uit 2020 naar aandacht voor wonen en zorg in woonvisies van gemeenten. De data zijn geactualiseerd met nieuwe woonvisies en verrijkt met woonzorgvisies en andere beleidsdocumenten zoals ouderenvisies, nota’s wonen (en zorg) en woonagenda’s. Hiermee ontstaat per gemeente een compleet beeld van de aanpak op wonen en zorg.

Hans Adriani, voorzitter van de Taskforce Wonen en Zorg, is positief: “Een jaar geleden zagen we dat een flink deel van de gemeenten geen woonzorgvisie voor de komende jaren had. Dat beeld is gelukkig gekanteld. We zien nu dat vrijwel alle gemeenten wonen en zorg op de agenda hebben staan en bezig zijn om verschillende thema’s handen en voeten te geven. Al formuleert slechts 45% van de gemeenten op minimaal één thema concrete doelstellingen in aantallen, locaties of planning. Veel gemeenten staan dus nog aan het begin, maar de beweging is in gang gezet. Dit is heel belangrijk, want de opgave waar we voor staan is enorm. Eén op de tien woningen die de komende jaren gebouwd wordt, moet geschikt zijn voor ouderen om wonen en zorg te combineren. Dat is geen sinecure.”

Integrale oplossingen nodig

Nederland vergrijst. In 2040 zijn er twee keer zoveel 75+’ers als nu. Die ook nog eens veel langer zelfstandig wonen. En steeds vaker wanneer dat eigenlijk niet meer gaat. Dat vraagt om integrale oplossingen op het gebied van wonen, welzijn én zorg. De komende vijf jaar moeten er 60.000 extra woningen voor ouderen (nultredenwoningen en geclusterde woonvormen) en 25.000 verpleegzorgplekken gerealiseerd worden. Tot 2031 komen hier nog eens 100.000 extra woningen en 25.000 verpleegzorgplekken bij. Daarnaast moet er werk gemaakt worden van aanpassing van bestaande woningen en investeringen in de directe leefomgeving en de daar aanwezige voorzieningen.

Langer thuis, doorstromen, innovatie en samenwerken

In het onderzoek zijn vier thema’s onderzocht: 1) Langer zelfstandig thuis wonen, 2) Doorstromen, 3) Innovatie en vernieuwing en 4) Samenwerking wonen en zorg. Per thema is gekeken in welke mate hier diepgang aan gegeven wordt; van ‘benoemen’ tot ‘monitoring van concrete doelen’.

Het onderzoek laat zien dat het overgrote deel van alle gemeenten (346 van 352) het thema ‘Langer zelfstandig thuis wonen’ mee heeft genomen in een visie op wonen en zorg. Ook de thema’s ‘Doorstromen’ en ‘Innovatie en vernieuwing’ worden vaak benoemd en komen bij driekwart van de gemeenten terug. Ten opzichte van het onderzoek ‘Waar moeten opa en oma wonen’ uit 2020 worden alle thema’s vaker benoemd. Dit laat zien dat het onderwerp wonen en zorg meer aandacht krijgt.

“Wij zien in de uitkomsten een bevestiging van onze rol. De Taskforce en onze meer dan 65 ambassadeurs zijn al geruime tijd actief in het hele land om de beweging aan te jagen en gemeenten te helpen bij hun opgaven. We zetten samen de juiste stappen en gaan hier ook de komende tijd met veel energie mee verder, want er is nog veel werk te
verzetten”, aldus Adriani. “Gemeenten zijn de regisseur in deze brede maatschappelijke opgave. De urgentie is hoog. Het is zaak dat gemeenten niet alleen een woonzorgvisie opstellen, maar deze vooral samen met woningcorporaties en zorgorganisaties vertalen naar prestatieafspraken en concrete acties om de snel groeiende groep ouderen te faciliteren op het gebied van wonen, welzijn en zorg.”

De vier thema’s geven de breedte en integraliteit van de opgave mooi weer. Adriani: “De sleutel ligt in de samenwerking met verschillende publieke en private partners die ook een bijdrage kunnen leveren om deze opgave te realiseren. Altijd in afstemming met de ouderen zelf.” Bij langer zelfstandig thuis wonen gaat het enerzijds om bouwen en anderzijds om het geschikt(er) maken van de bestaande woningvoorraad. Doorstroming is niet alleen voor ouderen belangrijk, het draagt ook bij aan doorstroming op de hele woningmarkt. Eén verhuisbeweging van één oudere levert ca. drie nieuwe verhuisbewegingen op. Adriani: “Het realiseren van woonzorgvormen voor ouderen is daarmee een deel van de oplossing voor het woningmarktprobleem en geen aanvullende opgave.” Innovatie en vernieuwing is nodig om nieuwe, eigentijdse woonzorgconcepten te ontwikkelen én te investeren in domoticatoepassingen die de zorg betaalbaar moeten houden.

Taskforce blijft aanjagen en ondersteunen

De uitkomsten van het onderzoek zijn vertaald naar vier kaarten die terug te vinden zijn op de website van de Taskforce. De Taskforce roept partners op om die informatie te gebruiken om met elkaar in gesprek te gaan om te kijken wat er op lokaal of regionaal nodig is.

De Taskforce Wonen en Zorg is een initiatief van VNG, Aedes, ActiZ en de ministeries VWS en BZK en stimuleert en ondersteunt gemeenten, woningcorporaties en zorgorganisaties bij een gezamenlijke aanpak van de woonzorgopgave. De Taskforce werkt met een landelijk dekkend netwerk van ambassadeurs die het gesprek op lokaal/regionaal niveau aanjagen. Op de site van de Taskforce staan voorbeelden ter inspiratie en praktische handreikingen.

Gemeenten, corporaties en zorginstellingen kunnen via verschillende kanalen ondersteuning krijgen bij het opstellen van een woonzorgvisie. HetOndersteuningsteam Wonen en Zorg (OWZ) van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) helpt met het vertalen van de opgave van langer zelfstandig thuis wonen naar een visie, beleid en strategie, de concrete uitwerking hiervan in een uitvoeringsprogramma en/of bij de opstart van een woonzorgproject. Daarnaast voert Platform31 het kennis- en leerprogramma woonzorgvisie uit. Het biedt gemeenten ondersteuning bij het proces om met partners van analyse tot visie te komen.

dinsdag 17 augustus 2021

Globale aarde-temperatuur vanaf 1880

Juli 2021 was de heetste maand ooit grafiek toont schokkend verschil met 1880.


Hoe zou dat toch komen?
Bron: Statista, Welingelichte Kringen 210817

zaterdag 14 augustus 2021

RIVM: 'Kabinet maakt andere inschatting dan wij

RIVM: 'Kabinet maakt andere inschatting dan wij over hoe ver we zijn met vaccineren'

De coronacijfers lijken tamelijk gunstig, maar bij dat beeld passen kanttekeningen. De vakanties verminderen het aantal positieve tests en in het verlengde daarvan de ziekenhuisopnames.

Maar de vakantieperiode is straks voorbij en dan kon wel eens een omgekeerd seizoenseffect optreden. Het kabinet handhaaft daarom de meeste coronamaatregelen. Behalve in het hoger onderwijs. En daar worden ze eerder afgeschaft dan het OMT adviseert.

De NOS sprak daarover met Jaap van Dissel, directeur van het Centrum Infectieziektebestrijding (CIb) van het RIVM en Susan van den Hof, hoofd Epidemiologie en surveillance van infectieziekten daar.

Het OMT wilde de 1,5 meter in het mbo en hoger onderwijs op 20 september loslaten. Het kabinet doet het drie weken eerder. Vanwaar dit verschil?

Jaap van Dissel: "Dat verschil komt voort uit een iets andere inschatting hoe ver je bent met het vaccineren en de twee weken erna om antistoffen op te bouwen. Het kabinet kijkt eigenlijk naar het moment waarop mensen vaccinatieafspraken konden maken, wij naar het tijdstip waarop de afspraken daadwerkelijk gemaakt zijn."

Het kabinet wil op diezelfde 20 september de 1,5 meter overal loslaten. Wat zegt het OMT daarover?

Van Dissel: "De viruscirculatie is afhankelijk van een aantal factoren, bijvoorbeeld hoeveel mensen van een buitenlandse vakantie terugkomen met een infectie, of ze zich laten testen en als ze positief zijn in isolatie gaan. We zien nu ook een afvlakking van de daling van het aantal positieve testen. Dat levert zoveel onzekerheden op dat het niet mogelijk was om dat te modelleren."

Susan van den Hof: "De R-waarde is wat opgelopen maar was op 29 juli nog steeds onder de 1. Dat betekent dat de epidemie kleiner werd. We zullen gewoon moeten kijken wat er gaat gebeuren na de vakantieperiode."

Het kabinet kondigt aan dat er meer versoepelingen komen op 20 september en daarna op 1 november. Het OMT mag daar tegen die tijd nog een advies over geven.

Van Dissel: "Wij beoordelen of het kan. Als het kabinet een andere afweging maakt dan wij adviseren, wordt dat wel duidelijk, zoals dat nu gedeeltelijk ook het geval is. Wij adviseren op basis van de epidemiologie. Ik begrijp dat het kabinet perspectief wil bieden. Dat is neergezet tijdens de persconferentie. Het OMT zal op dat moment adviseren of het op genoemde data kan."

Een ander onderwerp, welke invloed gaat het seizoeneffect hebben in de komende periode?

Van Dissel: "In deze fase hebben we een gunstig seizoeneffect dat meehelpt bij de bestrijding van de epidemie. In de herfst valt dat weg, dan helpt alles wat je doet tegen het coronavirus wat minder mee, precies zoals het nu wat meer bijdraagt. Dat gaat om zo'n 10 tot 15 procent. Dat seizoeneffect speelt altijd mee en het maakt de situatie wat meer of juist wat minder kritisch."

"Bij de afgelopen vierde golf bijvoorbeeld, zag je een pijlsnelle toename gevolgd door een redelijk snelle afname die nu wat lijkt te stagneren. We moeten nog zien waar dat precies eindigt. De belangrijkste maatregelen die we vanwege die toename hebben genomen waren kijken naar het bron- en contactonderzoek en naar de plekken waar de verspreiding vooral plaatsvond."

"Het ging met name om jongeren die besmet raakten en dan met name in de nachthoreca. Daartegen waren de maatregelen gericht. Verder zijn eigenlijk alleen de openingstijden van de gewone horeca iets beperkt. De reden van die pijlsnelle toename werd weggenomen door de sluiting van de nachthoreca. Met als resultaat een snelle afname en weinig verspreiding van het virus van die jongeren naar andere groepen. Waar dat toch gebeurde betrof het in 85 tot 90 procent van de gevallen ongevaccineerden. Vaccinatie helpt dus. In het najaar was het wellicht anders gelopen, omdat we dan het seizoeneffect tegen ons zouden hebben gehad en dan had het OMT misschien meer maatregelen geadviseerd."

Steeg het aantal positieve tests aan het begin van de zomer vooral in wijken met een lage vaccinatiegraad?

Van den Hof: "De nachthoreca was de hotspot, de verspreiding was onder jongeren en maar beperkt onder oudere groepen. We zien nu niet dat het bijvoorbeeld in de Biblebelt heel veel meer is toegenomen dan elders. Het was een explosie van besmettingen in het hele land. Jongeren komen overal vandaan en dat feesten gebeurde in het hele land. De verspreiding die optrad was in de directe omgeving van de jongeren, ouders, collega's, maar omdat het zo kortdurend was is er geen extra verspreiding opgetreden in gebieden met een lagere vaccinatiegraad."

In het 121ste OMT-advies hebben jullie het kabinet geadviseerd met aanpassing van de regels rond vakanties te wachten tot half september, als iedereen de kans heeft gehad om zich te laten vaccineren. Dat is niet gebeurd.

Van Dissel: "Dat advies was vooral ingegeven door de kennis van vorig jaar: weten wat er met vakanties en dan vooral onder groepen jongeren gebeurde. Je moet dus zicht houden op de instroom van eventuele gevallen en verhinderen dat die verspreiden. Door testen en isolatie na een positieve test hoop je te voorkomen dat het net zo gaat als vorig jaar."

"Uiteindelijk is de circulatie van het virus binnen Nederland, plus wat daar bij komt door de vakantiegangers, bepalend voor het najaar. Die import van het virus wil je zo veel mogelijk beperken, vandaar dat testadvies. In ieder geval wil je in de herfst de situatie op het moment dat je al of niet gaat versoepelen, maximaal beheersen. Van de najaarsgolf van 2020 was de helft te herleiden op importgevallen. Je wil weten wie met een infectie terugkomen uit het buitenland en dat die personen in isolatie gaan."

Het aandeel vakantiegangers in het totaal aantal positieve testen stijgt wekelijks, tot vorige week 12 procent. Baart dat getal jullie zorgen?

Van den Hof: "Nee, er komen steeds meer mensen terug van vakantie, dus het is logisch dat een groeiend aandeel van de positief geteste mensen in het buitenland is geweest. Dat zal nog wel verder stijgen. Je wil ook heel graag dat ze zich laten testen. Van de positieven weten we precies welk aandeel in het buitenland is geweest, maar dat weten we niet van negatief geteste mensen. De positieve testen zijn voornamelijk van jongeren, van wie we weten dat ze de meeste contacten hebben. Dat zal op vakantie ook zijn."

Het is onbekend hoeveel mensen zich niet laten testen na terugkeer van vakantie.

Van den Hof: "Als de verspreiding enorm toeneemt gaan we die mensen terugzien in de algemene cijfers over de virusverspreiding en in het bron- en contactonderzoek."

Van Dissel: "Aan de berichten over toeristen die ergens in een quarantainehotel zitten, omdat ze positief getest zijn vóór ze het vliegtuig namen, zie je ook dat het echt anders gaat dan een jaar geleden. Heel vervelend voor de betrokkenen maar het laat zien dat dit soort maatregelen effect hebben."

Er zijn veel berichten dat controles aan de gate op vliegvelden en aan de grenzen niet echt waterdicht zijn.

Van Dissel: "Voor de virusbestrijding zou het uiteraard goed zijn als we een compleet beeld hebben. Zo adviseren we ook, maar dat moet vertaald in een uitvoerbaar beleid. We weten immers ook dat ongeveer de helft van de mensen met klachten zich niet laat testen. Je mist altijd een deel, maar dat kun je wel meenemen in berekeningen. Bij elke infectieziekte geldt dat de setting waarin die optreedt en het menselijk gedrag van grote invloed zijn."

Bron: NOS/RIVM 210814

donderdag 12 augustus 2021

Volledig gevaccineerden in Heemskerk

 Uit nieuwe cijfers van het RIVM blijkt dat vaccinatiegraad op Texel het hoogste is, tussen de 75 en 84 procent van alle volwassenen is daar volledig gevaccineerd. In Amsterdam, Beverwijk, Edam- Volendam, Diemen en Hoorn gaat het een stuk minder hard, hier is tussen de 40 en 59 procent volledig gevaccineerd.


Voor Heemskerk geldt:



Dat moet naar boven de 90% volgens vele deskundigen.

Bron: NH Nieuws 210812

dinsdag 10 augustus 2021

Ziek na vaccinatie

Dit weten we over de kans dat je na vaccinatie ernstig ziek wordt van corona.

Vaccinatie verkleint de kans op ziekenhuisopname en sterfte als gevolg van het coronavirus enorm. Ook in het geval van de deltavariant. Maar vaccins beschermen niet voor 100 procent. Ook gevaccineerden worden soms ernstig ziek, alleen veel minder vaak. Dit weten we daarover. 
Eerst moeten we een hardnekkig misverstand uit de wereld helpen: ook als je volledig gevaccineerd bent kun je nog corona krijgen. Alleen is dat veel minder waarschijnlijk en is de kans dat je ermee in het ziekenhuis komt (of erger) ook klein.
De kans dat je als gevaccineerde de deltavariant van het coronavirus krijgt, is iets groter dan bij de alfavariant. Maar dat je als gevolg van een besmetting naar het ziekenhuis moet, lijkt bij de deltavariant niet veel anders dan bij de alfavariant. In beide gevallen is de kans erg klein.

Zo goed beschermen de verschillende vaccins tegen besmetting:
  • Volgens Engels onderzoek (pdf) beschermt Pfizer voor 88 procent tegen ziekte door de deltavariant. Dit was 93 procent bij de alfavariant.
  • AstraZeneca beschermt volgens hetzelfde onderzoek voor 60 procent tegen de deltavariant. Dit was 66 procent bij de alfavariant
  • Uit Canadees onderzoek (pdf) blijkt dat één dosis van het Moderna-vaccin voor ongeveer 72 procent beschermt tegen ziekte door de deltavariant. Dit was bij de alfavariant 83 procent.
  • We weten nog niet hoe goed het Janssen-vaccin beschermt tegen ziekte door de deltavariant. Uit onderzoeken vóór de opkomst van de deltavariant bleek dat dit vaccin voor 67 procent effectief is.
En zo groot is de kans op ziekenhuisopname of sterfte:

  • Uit Engels onderzoek blijkt dat het Pfizer-vaccin voor 96 procent beschermt tegen ziekenhuisopname als gevolg van besmetting met de deltavariant. Dit is vergelijkbaar met de bescherming tegen de alfavariant (95 procent). 
  • In ditzelfde onderzoek werd gevonden dat het AstraZeneca-vaccin voor 92 procent beschermt tegen ziekenhuisopname als gevolg van besmetting met de deltavariant. Ook dit is volgens de onderzoekers vergelijkbaar met de bescherming tegen de alfavariant (86 procent).
  • Hoe goed het Moderna-vaccin beschermt tegen ziekenhuisopname als gevolg van de deltavariant weten we nog niet goed. Op basis van relatief weinig gevallen vonden Canadese onderzoekers dat één dosis Moderna voor 96 procent beschermt tegen ziekenhuisopname en sterfte na besmetting met de deltavariant. Ook dit is volgens de onderzoekers vergelijkbaar met de bescherming tegen de alfavariant (80 procent). De verschillen tussen de twee percentages kunnen volgens de onderzoekers het gevolg zijn van het kleine aantal gevallen.
  • Volgens Zuid-Afrikaans onderzoek beschermt het Janssen-vaccin voor 71 procent tegen ziekenhuisopname als gevolg van besmetting met de deltavariant. Vóór de opkomst van de deltavariant was dit 85 procent.

Wat is de kans dat ik ondanks vaccinatie overlijd aan COVID-19? We weten dat tijdens de eerste coronagolf in 2020 ongeveer 1 procent van de besmette personen overleed aan de gevolgen van het virus. In theorie verlaagt vaccinatie de kans op sterfte dus van 1 naar 0,04 procent wanneer het coronavaccin voor 96 procent effectief tegen sterfte is. Wat de kans op overlijden op individueel niveau is, is niet te berekenen.

We weten dat vaccins de overdracht van de alfavariant tegengingen. Of dat bij de deltavariant ook zo is, wordt nog onderzocht. Als vaccinatie eraan bijdraagt dat het coronavirus nog amper rondgaat, dan wordt de kans om ernstige COVID-19 te krijgen uiteraard nog een stuk kleiner. Maar honderd procent uitgesloten is het dus niet.

Bron: NU 210810

zaterdag 7 augustus 2021

Dodelijke uitbraak Vlaams zorgcentrum

Dodelijke uitbraak Vlaams zorgcentrum zet Colombiaanse variant in spotlight

Zeven volledig gevaccineerde inwoners van een woonzorgcentrum in Vlaanderen zijn overleden na een corona-uitbraak. De 80- en 90-plussers waren besmet geraakt met de B.1.621-variant. Deze zogenoemde Colombiaanse variant van het coronavirus is volgens instanties en experts niet gelijk reden tot ernstige zorgen - maar wel een om heel goed in de gaten te houden.
De virusmutatie dook voor het eerst op in januari in Colombia. Daar is hij verantwoordelijk voor zo'n 95 procent van de vastgestelde infecties. In Nederland is de variant amper aangetroffen. In het laboratorium zijn vooralsnog 43 besmettingen ontdekt, schrijft het RIVM. Dat waren allemaal gevallen die in juni of eerder dit jaar zijn vastgesteld.

Florida en Spanje

"Deze variant verspreidt zich traag vanuit Colombia over de wereld", zegt de Vlaamse viroloog Marc Van Ranst. Buiten Zuid-Amerika zijn de VS en Spanje de voornaamste plekken waar B.1.621 is vastgesteld.
Volgens Amerikaanse media was de variant halverwege juli goed voor 2,1 procent van de infecties. In Florida ligt dat percentage een stuk hoger, op zo'n 10 procent, omdat er veel vliegverkeer is vanuit Latijns-Amerika naar Miami en andersom.
Van Ranst schat dat de variant in Spanje voor zo'n 5 tot 10 procent van alle nieuwe besmettingen zorgt. "In België gaat het om kleine aantallen"; enkele tientallen, legt de viroloog uit. Des te opvallender is de fatale uitbraak in de woonzorgcentrum Ter Burg in de gemeente Zaventem bij Brussel.

Twee prikken gehad

Vermoedelijk is het virus via een bezoeker binnengeraakt op de afdeling voor patiënten met vergevorderde dementie. De eerste besmetting werd halverwege juli vastgesteld. Inmiddels zijn ruim twintig bewoners en personeelsleden positief getest. Zeven van de 28 bewoners zijn overleden, ondanks dat ze allemaal dubbel waren ingeënt met het vaccin BioNTech/Pfizer.
"Ik denk dat er twee mogelijkheden zijn", zegt Van Ranst. "Bijvoorbeeld dat bij deze variant het vaccin minder goed beschermt." De tweede optie slaat terug op het feit dat de bewoners zo'n zes maanden geleden zijn gevaccineerd. Voor deze kwetsbare groep neemt de werking van het vaccin volgens de Vlaamse viroloog sneller af. "We zien dat ook met een griepprik: die gaat bij hoogbejaarden ook maar een half jaar mee." Toch benadrukt Van Ranst dat het nog te vroeg is voor harde conclusies.

Besmetting na vaccinatie

Sowieso bieden de huidige vaccins geen 100 procent bescherming tegen covid-19. Het is statistisch gezien onvermijdelijk dat een klein deel van de volledig gevaccineerde mensen alsnog besmet raakt en symptomen ontwikkelt. Maar inenting maakt de kans daarop wel veel kleiner dan zonder vaccinatie.
Hoe ouder iemand is en hoe zwakker zijn immuunsysteem, hoe groter de kans op ziekte na infectie. Zeker bij de besmettelijkere deltavariant. Maar in hoeverre dat eventueel voor de Colombiaanse variant geldt, is nog onduidelijk.

'Geen bewijs voor extra besmettelijkheid'

Public Health England meldde onlangs dat er geen bewijs is gevonden dat de Colombiaanse variant besmettelijker is dan de nu dominante deltavariant. Wel suggereren de voorlopige data dat de huidige vaccins mogelijk minder goed werken tegen B.1.621. Maar aangezien er nog maar 37 besmettingen van zijn vastgesteld in Engeland, staat het onderzoek naar deze variant ook in het Verenigd Koninkrijk nog in de kinderschoenen.
"Het kan ook zijn dat de Colombiaanse variant nooit echt voet aan de grond krijgt, net als de P1-variant uit Brazilië", zegt veldepidemioloog Amrish Baidjoe. Want van alle honderden opgedoken virusvarianten zijn er slechts enkelen dominant geworden. Zoals nu de deltavariant (eerst gevonden in India) en daarvoor de alfavariant (voor het eerst opgedoken in het Verenigd Koninkrijk).

Deltavariant grootste zorg

Onderzoek zal moeten uitwijzen hoe gevaarlijk B.1.621 is. Baidjoe: "De besmettelijkere deltavariant blijft nu duidelijk de grootste zorg. Maar als je kijkt naar wat er in het Vlaamse verzorgingstehuis is gebeurd, is het goed om deze variant in het oog te houden."
Dat gebeurt dus ook. De Wereldgezondheidsorganisatie heeft de variant vermeld als zorgelijk genoeg om te monitoren. Dat is een stap onder Variant of Concern (VOC) of Variant of Interest (VOI), omdat de mogelijke impact ervan nog te onduidelijk is. Dat verklaart ook waarom de Colombiaanse mutatie nog niet is vernoemd naar een letter uit het Griekse alfabet. Dat gebeurt alleen bij een VOC of VOI.
De ECDC, het Europese RIVM, heeft de Colombiaanse variant iets nadrukkelijker op de radar. Van Ranst: "Er is geen reden tot paniek, maar er zijn wel zorgen. Want de deltavariant begon ook met een paar gevallen en een paar weken later nam het ruim 96 procent van alle besmettingen voor zijn rekening."

Bron: NOS 210806

vrijdag 6 augustus 2021

Manifest van KBOPCOB voor de verkiezingen in 2021

Uit het manifest van KBOPCOB voor de verkiezingen in 2021

Mensen centraal, niet de regels

  • Speerpunt 1: Mobiliteit en verkeersveiligheid 
  • Speerpunt 2: Voldoende inkomen voor ouderen 
    • Lokaal armoedebeleid 
  • Speerpunt 3: Ouderenwerkloosheid omlaag 
  • Speerpunt 4: Toegankelijke openbare ruimte 
  • Speerpunt 5: Welzijn en Zorg 
    • Goede ouderenzorg
    • Samenspel tussen hulpverleners 
  • Speerpunt 6: Passend en betaalbaar wonen 
  • Speerpunt 7: Een veilige gemeente
  • Speerpunt 8: Digitalisering zonder uitsluiting 
  • Speerpunt 9: Aandacht voor zingeving 
Veel staat in het werkplan van de Grijze Ezel

Lees het Manifest

Bron KBOPCOB 210713

maandag 2 augustus 2021

Huis ventileer tegen corona, maar hoe dan?

De overheid wil dat je je huis ventileert tegen corona, maar hoe dan?

Sinds de persconferentie van demissionair premier Mark Rutte en demissionair minister Hugo de Jonge op 19 juli, is het regelmatig ventileren van je huis een van de vier basisregels om het coronavirus te bestrijden. Deskundigen hameren al langer op ventilatie in de strijd tegen de coronapandemie, maar zijn ook kritisch op het huidige ventilatiebeleid. Hoe lucht je je huis dan wel goed?

"Hoe meer virusdeeltjes je inademt, hoe groter de kans dat je besmet wordt", vertelt ventilatie-expert Francesco Franchimon aan NU.nl. Hij promoveerde aan de Technische Universiteit Eindhoven. "In een ruimte waar een besmette persoon aanwezig is en waar niet wordt geventileerd, wordt de concentratie virusdeeltjes die de besmette persoon uitademt niet verdund en dus kunnen die deeltjes de ruimte ook niet verlaten."

Experts reageerden zaterdag in Trouw kritisch op het advies van Rutte tijdens de persconferentie van 19 juli om ervoor te zorgen "dat er minimaal een kwartier per dag frisse lucht door het huis stroomt". Ze vinden het huidige ventilatiebeleid bovendien te vrijblijvend en pleiten voor een speciale adviesgroep die het kabinet en Outbreak Management Team (OMT) adviseert over 'frisseluchtmaatregelen'.

Wat Rutte tijdens die persconferentie zei, komt echter niet helemaal overeen met wat het RIVM adviseert. Dat adviseert namelijk om méér te doen dan slechts een kwartiertje luchten per dag.

"Het is goed om duidelijk onderscheid te maken tussen ventileren en luchten", zegt Alvin Bartels, beleidsadviseur Infectiepreventie bij het RIVM. "Ventileren is het continu verversen van binnenlucht met verse buitenlucht. En luchten is het wijd tegenover elkaar openzetten van ramen en deuren om snel de binnenlucht te verversen."

Het advies van het RIVM is dan ook om 24 uur per dag te ventileren door bijvoorbeeld de ramen op een kier te zetten, ventilatieroosters open te houden of het mechanische ventilatiesysteem continu aan te houden. Daarbovenop raadt het RIVM aan om dagelijks "een aantal keer per dag" ongeveer tien tot vijftien minuten te luchten. Hoe vaak precies, meldt het instituut niet.

Na deze situaties zou je volgens het RIVM in elk geval moeten luchten:
  • Na het koken
  • Na het douchen
  • Als je met producten als verf of lijm hebt gewerkt
'Frisse lucht speelt beperkte rol in bestrijding pandemie'

"Thuis speelt frisse lucht maar een heel beperkte rol, omdat je daar niet altijd de anderhalvemetermaatregel kan handhaven", zegt ventilatie-expert Franchimon. Hij benadrukt dat ventilatie en luchten de anderhalvemeterregel niet kunnen vervangen. Toch vindt hij het goed om thuis bewust met frisse lucht bezig te zijn. Zo benadrukt hij dat het belangrijk is dat er een goede doorstroming van de lucht in huis is, door - zoals ook het RIVM adviseert - regelmatig te luchten. Franchimon pleit verder voor meer gebruik van CO2- monitoring met bijvoorbeeld CO2-meters, zoals in België veel gebeurt. Die geven aan wanneer het nodig is om te luchten. Franchimon gebruikt voor de beste luchtverversing thuis een vergelijking met vroeger, toen in veel huizen nog werd gerookt. "Meestal werden dan de ramen opengezet om te voorkomen dat een kamer blauw zou komen te staan. En als het bezoek weg was, werden alle ramen geopend om de sigarettengeur weg te krijgen. Ventileer en lucht het huis alsof iemand binnen rookt."

Ook kan het volgens Franchimon verstandig zijn om voor ramen tegen elkaar open te zetten als er mensen op bezoek zijn. Het RIVM heeft daar wel een kanttekening bij: als je ramen tegenover elkaar open zet, zorg er dan voor dat er geen luchtstroom van de ene naar de andere persoon ontstaat. Daardoor kunnen eventuele virusdeeltjes namelijk juist in de richting van een onbesmette persoon geblazen worden.

Franchimon: "Het grootste probleem is naar mijn mening dat het belang van ventileren uit ons collectieve geheugen is verdwenen. Ventileren was 150 jaar geleden bedoeld om infecties te bestrijden. Maar door de opkomst van vaccinaties en antibiotica zijn we de aandacht hiervoor in de loop der tijd verloren."

Klik hier voor alle adviezen van de overheid rondom ventilatie.

Bron; Nu 210801


zondag 1 augustus 2021

Belangrijk rapport RIVM

 Er is weinig nieuws te melden.Er verscheen een  belangrijke brochure van de RIVM na het raadplegen van netwerken integrale ouderenzorg. Stichting de Grijze Ezel Heemskerk maakt deel uit van de verzameling netwerken. Het betreft "210500-RIVM-Brochure-Netwerken-Integrale-ouderenzorg.pdf"

Een drietal tabellen uit de brochure:

Tabel 2. Overzicht corona-gerelateerde interventies/activiteiten gericht op ouderen en professionals.

Interventie/ activiteit n.a.v. uitbraak coronavirus

% van aantal netwerken

Voor ouderen

(n=90)

1. Belcirkels/ telefonisch contact/ videobellen/ beeldbellen

32

2. Huisbezoeken of 1 op 1 contacten

13

3. Extra aandacht voor (laatste) behandelwensen/ ACP

13

Voor professionals

(n=80)

1. Voorzien in persoonlijke beschermingsmiddelen

25

2. Regelmatig(er) overleg en informatie-uitwisseling, delen geleerde lessen en voorbeelden

19

3. Digitale/ online overleggen en bijeenkomsten i.p.v. fysieke

18

Tabel 3. Toepassing elementen handreiking kwetsbare ouderen.

Elementen handreiking

% van netwerken dat zich richt op (zeer) kwetsbare ouderen, handreiking kent en elementen ervan toepast

2020 (n=80)

2021 (n=66)

Vroegsignalering

80

82

Multidomeinanalyse (MDA)

34

52

Kernteam dat bestaat uit huisarts, POH, wijkverpleegkundige, vertegenwoordiger uit het wijkteam

80

55

Multidisciplinair overleg (MDO)

91

86

Individueel zorg/leefplan

68

73

Casemanagement en zorgcoördinatie

88

89


Tabel 4. Ervaren knelpunten binnen netwerken.

Knelpunten

% van alle netwerken met knelpunten in

2020 (n=106)

2021 (n=79)

Geen structurele financiering beschikbaar

62

66

Gegevensuitwisseling tussen professionals is lastig

46

39

Onvoldoende verbinding tussen medisch en sociaal domein

42

37

Onvoldoende of geen beschikbaarheid specialist ouderengeneeskunde in de eerste lijn

16

27

Gegevensuitwisseling met ouderen is niet mogelijk

12

20

Marktwerking/ concurrentie

11

24

Geen regionale ondersteuning bij het organiseren van de samenwerking

10

10

Schotten in de wetten/ financiering

7

71

Versnippering aanbod zorg en ondersteuning

6

41


De brochure is te downloaden op de website van de RIVM: