De Grijze Ezel, koppig voor ouderen

koppig voor ouderen
Gestart op 14 april 2020, regelmatig opgeschoond, voorjaar 2023 volgende grote herziening.

Recente post voorop.Vaste pagina's op thema erachter.
Zie de gele navigatiebalk bovenaan
Koppeling met de archieven van Grijze Ezel en contactblad Senior.
Meer achtergronden en verdieping.
Zie de navigatiekolom rechts.
Oudere post kun je ook opzoeken.
Overzicht aan de rechterkant onderaan.

Op de mobiel, gebruik deze dwars, rol naar beneden en klik op Internetversie weergeven.

Focus op ouderen, hun mantelzorgers en verzorgers.

HryMenu

woensdag 26 januari 2022

Doorbraakinfectie ná vaccinatie geeft super-immuniteit

Mensen die na een volledige vaccinatie tegen corona alsnog besmet raken (een „doorbraakinfectie”) verkrijgen zogenoemde super-immuniteit. De sterkte van de afweer door antistoffen is na de doorbraakinfectie wel tien keer hoger dan alleen met vaccinatie. Daarmee zit de afweer van deze mensen op hetzelfde niveau van mensen die eerst een infectie kregen en zich daarna volledig lieten vaccineren. Om zo’n sterke „hybride” afweer te verwerven doet de volgorde van besmetting of vaccinatie er niet echt toe, concluderen Amerikaanse onderzoekers dinsdag inScience Immunology.

Dat is troostrijk nieuws voor de pechvogels die nu ondanks hun volledige vaccinatie (en booster) toch nog een besmetting oplopen. Die kans is recent veel groter geworden doordat Omikron veel makkelijker ontsnapt aan eerder opgebouwde afweer. Hoewel het onderzoek is uitgevoerd in een periode voordat de nu dominante Omikron-variant opkwam, verwachten de onderzoekers van de Oregon Health & Science University (OHSU) dat de uitkomst ook voor Omikron-infecties hetzelfde zal zijn. Wie eerder gevaccineerd was en daarna toch nog de pech had besmet te raken, komt per saldo sterker uit de strijd.

104 deelnemers

De 104 deelnemers aan het onderzoek zijn allemaal gevaccineerd (96 met Pfizer, 6 met Moderna en 2 met Janssen) en als medewerker verbonden aan de OHSU. Ze werden voor de analyse onderverdeeld in drie groepen: 42 die waren gevaccineerd zonder infectie, 31 die werden gevaccineerd na een infectie en 31 die doorbraakinfecties hadden. De onderzoekers keken vervolgens in het laboratorium hoe goed het bloedserum met daarin de antistoffen verschillende virusvarianten konden neutraliseren.

Gevaccineerden met een infectie vooraf of achteraf hadden ten eerste een veel hogere concentratie antistoffen tegen SARS-CoV-2 in hun bloed, respectievelijk 3,6 en 2,5 keer zo hoog als die van niet- geïnfecteerde gevaccineerden. Behalve dat, waren hun antistoffen ook nog eens krachtiger in het neutraliseren van het virus (tot wel tien keer krachtiger) zo bleek in laboratoriumproeven met verschillende varianten van het coronavirus. Dat gold het sterkst voor de bètavariant en de alfavariant, maar toch ook nog behoorlijk sterk voor de deltavariant. De reactie na een doorbraakinfectie tegen delta is volgens de onderzoekers in sterkte vergelijkbaar met het effect van een booster acht maanden na de laatste vaccinatie.


Heel opmerkelijk was dat de gebruikelijke trend van een afnemende immuunrespons bij een toenemende leeftijd niet te zien was bij mensen die zowel een vaccinatie hadden gehad als een infectie hadden doorgemaakt.

Dichter bij einde pandemie

Alles bij elkaar suggereren de nieuwe bevindingen volgens de onderzoekers dat elke nieuwe doorbraakinfectie de pandemie mogelijk dichter bij het einde brengt.

De Amerikaanse onderzoekers hebben het effect van herinfecties zonder vaccinatie niet onderzocht. In de VS is de groep niet-gevaccineerden nog altijd omvangrijk. Met de grote verspreiding van de zeer besmettelijke Omikron-variant zullen veel niet-gevaccineerde mensen die eerder besmet waren, uiteindelijk opnieuw met het virus worden geconfronteerd. In plaats van dat moment af te wachten, kunnen ze zich maar beter alsnog laten vaccineren om een robuuste afweer op te bouwen.

Bron: NRC 220125

maandag 24 januari 2022

Gepensioneerden kopen niets voor versoepeling indexatie

Tweederde van de Nederlandse gepensioneerden kopen niets voor de voorgestelde versoepeling van de indexatieregels in 2022. Dat schrijven de gezamenlijke ouderenorganisaties KBO-PCOB, Koepel Gepensioneerden, ANBO, KBO-Brabant en NOOM in hun reactie op de internetconsultatie over de wijziging van de rekenregels, de zogeheten motie Van Dijk.


Het is niet te voorzien dat de deelnemers van de grote fondsen ABP, PFZW, PME en PMT komend jaar een euro bij krijgen. Dat knelt des te meer nu de inflatie is opgelopen tot boven de 5% en de verwachting steeds sterker wordt dat die inflatie niet tijdelijk is. Daarnaast dreigt de koppeling van de AOW aan het minimumloon te worden losgelaten, wat de inkomenspositie van gepensioneerden ook gaat aantasten.

Minister Carola Schouten is nu verantwoordelijk voor de pensioenen. In een zogeheten Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) worden de regels voor indexatie tijdelijk verlicht. Pensioenfondsen mogen vanaf 105 procent beleidsdekkingsgraad volledig indexeren, tegen beperkt indexeren vanaf 110 procent nu. Maar veel fondsen voldoen daar niet aan.

Bovendien zijn er veel andere beperkingen:

Fondsen mogen niet terugvallen onder de 105 procent. De facto moeten ze dus een beleidsdekkingsgraad van 107 procent hebben. Fondsen moeten rekening houden met verdere verlaging van de langetermijnrente (ufr) wat de dekkingsgraad drukt. Ook de te lage premiedekkingsgraad haalt de dekkingsgraad komende jaren naar beneden.
Ook sturen fondsen op nominale zekerheid richting de transitie om kortingen te voorkomen.

Daardoor zullen ook fondsen die tussen de 105 en 110 procent beleidsdekkingsgraad zitten aarzelen met toekenning van een hoger pensioen. Tenslotte lijkt het erop dat de maximale indicatie 1,7 procent zal bedragen en dat ligt ruim onder de huidige inflatie.

De ouderenorganisaties wijzen er in hun reactie opnieuw op dat het vertrouwen in het pensioenstelsel tanende is. Na 12 jaar uitholling van de koopkracht van het pensioen en een indexatieachterstand van 20 tot 25 procent staats de koopkracht nu extra onder druk door de gestegen inflatie. Uitzicht op indexatie in de periode tot 2027 is er voor het overgrote deel van de gepensioneerden evenmin. Het draagvlak voor de pensioenvernieuwing neemt daarmee steeds verder af.

Bron: KBOPCOB 220121

zondag 23 januari 2022

Koopkrachtbeleid nieuw kabinet belediging voor gepensioneerden

KBO-PCOB is geschrokken van de laatste koopkrachtcijfers. Uit de vandaag verschenen CPB-doorrekening van het regeerakkoord blijkt dat gepensioneerden er in 2022- 2025 gemiddeld maar liefst 0,4% per jaar op achteruit gaan. Senioren worden verder op achterstand gezet doordat de verhoging van het minimumloon niet wordt doorgekoppeld naar de AOW. Dit is op zich al onaanvaardbaar, maar daarnaast zijn de compensatiemaatregelen in het coalitieakkoord volstrekt ontoereikend om de koopkracht van gepensioneerden te repareren. KBO-PCOB roept de Tweede Kamer op het koopkrachtbeleid van het kabinet te corrigeren tijdens het debat van volgende week over de regeringsverklaring.

Meeste gepensioneerden onder de nullijn

Volgens de berekeningen die de coalitie in december naar buiten bracht, zou de koopkracht van gepensioneerden achterblijven bij die van werkenden en uitkeringsgerechtigden, maar gemiddeld toch nog iets stijgen. Nu de rekenmeesters van het CPB ernaar hebben gekeken, blijkt het allemaal nog erger. Het overgrote deel van de gepensioneerden blijft vier jaar lang onder de nullijn. Gemiddeld blijven gepensioneerden een half procentpunt per jaar achter bij werkenden en uitkeringsgerechtigden. “Ronduit een belediging voor gepensioneerden”, zo noemt KBO-PCOB-woordvoerder Gusta Willems het koopkrachtbeleid van het nieuwe kabinet.

Vergeten groep

De achterblijvende koopkracht komt vooral doordat aanvullende pensioenen naar verwachting slechts beperkt geïndexeerd worden. Het achterwege blijven van indexatie is KBO-PCOB al langere tijd een doorn in het oog. Het is aan de nieuwe minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen om op dit vlak eindelijk eens maatregelen te nemen die effect sorteren voor de vele gepensioneerden die al jaren op indexatie wachten.

Daar komt bij dat de coalitie te weinig doet om de tegenvallende koopkrachtontwikkeling van gepensioneerden te repareren. Zonder de maatregelen uit het coalitieakkoord zouden werkenden gemiddeld 0,4%- punt per jaar slechter af zijn en uitkeringsgerechtigden 0,5%-punt. Gepensioneerden zijn een vergeten groep. Het coalitieakkoord compenseert hen slechts voor gemiddeld 0,3%-punt, terwijl zij juist méér inkomensreparatie nodig hebben omdat zij de groep zijn met de meest ongunstige vooruitzichten voor de komende jaren.

Loslaten AOW-koppeling gevaarlijk precedent

Het CPB heeft ook de voorgenomen extra verhoging van het minimumloon meegenomen in de analyse. Het kabinet koppelt deze wel door naar de minimumuitkeringen, maar niet naar de AOW. KBO-PCOB vindt dit onacceptabel, en vreest dat AOW’ers hierdoor ook in de verdere toekomst niet meer kunnen vertrouwen op de koppeling. “Het loslaten van de AOW-koppeling schept een gevaarlijk precedent”, aldus Willems.

In plaats van de AOW te koppelen, verhoogt het kabinet de ouderenkorting met 376 euro in 2025. Hoewel dit voor sommige senioren positief uitpakt, bevestigt de CPB- analyse de eerste kritiek dat gepensioneerden die geen of nauwelijks aanvullend pensioen hebben, niets aan de hogere ouderenkorting hebben omdat ze deze niet kunnen verzilveren. Gusta Willems: “Wat senioren betreft scoort het kabinet in zijn eerste rapport een dikke onvoldoende voor koopkracht.”

Bron; KBOPCOB 220111

donderdag 20 januari 2022

Samenvatting resultaten 17e ronde RIVM onderzoek

Door de sterk oplopende besmettingscijfers en ziekenhuisopnames, werd na een periode van versoepelingen vlak voor de huidige meetronde (24-28 november) een nieuw maatregelenpakket van kracht. Het werd weer verplicht om 1,5 meter afstand te houden, het thuiswerkadvies werd aangescherpt en openingstijden voor de horeca en winkels werden beperkt. Met de ongunstige epidemiologische cijfers is de ervaren dreiging van het virus bij deelnemers fors toegenomen. Zij maken zich weer net zoveel zorgen om het virus als vorig jaar winter. 

Minder sociale activiteit en betere naleving van de gedragsadviezen

Met het toenemen van de ervaren dreiging, rapporteren deelnemers aan het gedragsonderzoek deze ronde veel minder sociale activiteiten. Deelnemers gingen bijvoorbeeld minder vaak op bezoek bij familie of vrienden en bezochten minder vaak een horecagelegenheid, ongeveer net zo vaak als in de herfst vorig jaar. Nu het minder druk is op deze locaties, lukt het ook weer beter om hier 1,5 meter afstand te houden. We zien hierin een flinke toename ten opzichte van de vorige ronde, maar er wordt door deelnemers minder vaak afstand gehouden dan een jaar geleden. Ook andere gedragsadviezen worden deze meetronde beter nageleefd dan de vorige ronde, meer deelnemers schudden geen handen, er wordt meer thuisgewerkt en meer deelnemers testen en blijven thuis bij klachten.

Deelnemers geven aan dat ze het gemakkelijker vinden om de maatregelen na te leven, ten opzichte van de vorige meetronde. Bovendien is er een toename in het draagvlak voor alle maatregelen, ook wanneer de maatregelen nog zes maanden zouden gelden. Deelnemers die het makkelijker vinden om de maatregelen na te leven en deelnemers die meer achter de maatregelen staan, houden zich hier ook beter aan. 

Veel meer testen bij klachten, ook meer zelftesten

Afgelopen periode waren er lange wachtrijen bij de GGDGemeentelijke Gezondheidsdienst om een testafspraak te kunnen maken. We zien een grote stijging in het percentage deelnemers dat zich bij klachten (zonder onderliggende aandoening) heeft laten testen, van 29% in de vorige meetronde naar 45% nu. Daarnaast deed 32% een zelftest, minder dan een kwart (23%) van de deelnemers met klachten heeft helemaal niet getest. Dezelfde toename is ook zichtbaar bij kinderen. Waar de vorige meetronde nog 40% van de kinderen met klachten zich liet testen bij de GGD, was dat nu 58% (29% deed een zelftest). Een klein deel van de deelnemers die zich niet lieten testen bij klachten (8%) deed dat niet vanwege drukte bij de GGD. Het gebruik van zelftesten nam toe onder alle leeftijdsgroepen, bijna de helft van alle deelnemers (48%) deed in de zes weken voor het onderzoek minimaal 1 zelftest. De keuze voor het type test dat wordt gebruikt is onder andere afhankelijk van de ernst en hoeveelheid klachten. Deelnemers die zich laten testen bij de GGD hebben vaker meerdere of zwaardere klachten dan deelnemers die een zelftest of geen test doen. 

Meer deelnemers zijn het zat, daling in welbevinden

Bijna de helft van de deelnemers (46%) geeft aan dat ze het zat zijn om over het coronavirus te horen, het hoogste percentage sinds we dit voor het eerst hebben gemeten in mei 2021. Ook is er een toename in het percentage deelnemers dat aangeeft zich gestrest te voelen doordat ze proberen alle maatregelen na te leven (18%). Uit de vrije opmerkingen zien we dat deelnemers door de vele aanpassingen aan het maatregelpakket door de tijd heen de draad kwijtraken. Ook benoemen sommige deelnemers wel noodzaak te zien voor maatregelen, maar vinden dat dit niet voor hen van toepassing is omdat ze al gevaccineerd zijn.

De strengere maatregelen en verminderde sociale activiteit gaan samen met een daling in welbevinden, na een periode van herstel sinds januari dit jaar. Sommige deelnemers geven zelfs expliciet aan wel achter de maatregelen te staan, maar benoemen daarbij dat de persoonlijke kosten van naleving (zoals verminderd welzijn, eentonigheid of eenzaamheid) niet meer opwegen tegen de baten die dit (voor anderen) kan opleveren. Minder deelnemers zijn psychisch gezond en meer deelnemers voelen zich wel eens eenzaam in vergelijking met de vorige meetronde. Deze veranderingen zijn het sterkst voor jongeren tussen de 16 en 24 jaar. Bovendien is het welbevinden lager onder deelnemers die niet zijn gevaccineerd. 

Laag vertrouwen in het coronabeleid, behoefte aan meer maatregelen

Het vertrouwen in de corona aanpak van de overheid is op het laagste punt sinds het begin van de pandemie, nog 16% van de deelnemers is positief (39% neutraal, 46% negatief). Bijna de helft (47%) vindt dat Nederland het slechter doet dan andere landen. Redenen voor het lage vertrouwen die door deelnemers worden genoemd zijn dat de overheid van de vorige besmettingsgolven had moeten leren met betrekking tot invoering van maatregelen en het coronatoegangsbewijs breder zou moeten inzetten. Andere landen zouden hier sneller in handelen. Veel deelnemers zijn kritisch over de maatregelen en vinden ze onlogisch of moeilijk te begrijpen. Onder deelnemers die negatief zijn over de aanpak van de overheid, vindt bijna drie kwart (71%) dat er (veel) te weinig maatregelen worden getroffen om het coronavirus te bestrijden, 17% vindt dat de overheid (veel) te veel maatregelen neemt. Maar ook onder de deelnemers die nog wel positief zijn over het beleid, vindt meer dan de helft (56%) dat er te weinig maatregelen zijn.

Dit en meer blijkt uit de zeventiende ronde van het vragenlijstonderzoek van de RIVMRijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Corona Gedragsunit in samenwerking met GGD GHORGeneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio Nederland en de 25 GGD’en, uitgevoerd tussen 24 en 28 november 2021 onder 46.441 deelnemers. Driekwart van de deelnemers heeft de vragenlijst ingevuld voordat de “avondlockdown” werd aangekondigd, deze aankondiging had weinig effect op de resultaten van de groep die daarna de vragenlijst invulde, er waren geen noemenswaardige verschillen tussen de groepen.

Bron: RIVM 211210

maandag 10 januari 2022

OMT-lid Marion Koopmans: ‘Aantallen gaan nu razendsnel steil omhoog en dit is nog maar het begin’

Hoe staat het met de besmettingen?

,,Probleem is de hoge besmettelijkheid. In Nederland gaat het aantal besmettingen nu razendsnel steil omhoog. Dat betekent dat de R-waarde voor omikron een stuk hoger is.

Delta zou met deze maatregelen echt aan het uitdoven zijn, maar omikron heeft dat spel veranderd. Dat is evident. Hoe ernstig de toename wordt, hangt af van hoe de verhouding is tussen infectie en opname. We weten dat het verloop bij omikron iets gunstiger is, maar nog steeds kunnen mensen ernstig ziek worden. We moeten serieus rekening houden met een flinke golf opnames. Dat loopt eigenlijk - met alle slagen om de arm - zoals je zou verwachten op basis van de modellen. We zien nu een hele steile toename, maar dat is echt nog maar het begin. Eind januari of begin februari gaat dat pieken.’’

Dat wordt alleen maar meer als de scholen starten.
,,De schoolopening zal dat in ieder geval niet verminderen.’’

Het OMT kijkt naar Denemarken, Frankrijk, Engeland en de VS, omdat die voorlopen op ons, maar dat levert een nogal wisselend beeld op.
,,Precies, dat is nu het lastige. De besmettingen gaan in alle landen flink omhoog, maar het aantal ziekenhuisopnames en opnames op de intensive care verschilt nogal. Van land tot land zijn er hele verschillende achtergronden. Het maakt uit in welke leeftijdsgroep het virus circuleert, het maakt uit of die groep al eerder besmet is geweest, het maakt uit wat de criteria zijn voor opname, het maakt uit welke vaccins mensen hebben gehad, of ze geboosterd zijn en zo ja wanneer. Bij al die landen zit dat allemaal net even anders. Dat maakt het voor ons ook heel lastig om te zeggen: in Nederland gaan we dus dit zien.’’

Het aantal besmettingen stijgt nu in alle landen die veel omikrongevallen hebben. Lees door onder de grafiek.


Wat valt er op basis van de gegevens wél te zeggen?


,,Het beeld is consistent dat de kans op opname met omikron minder groot is. Dat blijft overeind. Het is dus niet zo dat vaccins niet meer werken, die doen wel degelijk wat. Maar hoeveel minder mensen precies in het ziekenhuis zullen belanden in de Nederlandse situatie is onzeker. We verwachten ook dat er van de mensen die opgenomen worden minder op de ic komen. Maar bij het begin van de stijgende besmettingen in Engeland, Frankrijk en Denemarken zag je echt een piek bij de twintigers. Dat kan betekenen dat als de besmettingsgolf ouderen bereikt er alsnog meer mensen op de ic terechtkomen. We kijken ook naar de VS, waar de cijfers heel steil omhoog gaan, zowel de gewone opnames als de ic-opnames.’’

Het aantal ziekenhuisopnames stijgt bij de Amerikanen, Fransen en Britten heel hard (in deze grafiek zie je het aantal opnames per miljoen inwoners). Dij de Denen gaat dat aantal ook omhoog, maar minder hard. Lees door onder de grafiek.




Als je kijkt naar al die landen, op welk land lijkt Nederland dan het meest?
,,Dat is lastig om te zeggen. Waar je voor op moet passen is dat je alleen kijkt naar Denemarken, het land waar de uitkomsten het gunstigst zijn. Wat Engeland doet met die soepele regels is best wel een gok hoor. Uit Engeland hoor ik geluiden dat de grenzen van hun testcapaciteit in beeld zijn. Als je afvlakking ziet, komt die dan daardoor? Het is een ingewikkelde puzzel.’’

In Denemarken stijgen de ic-opnames vooralsnog langzaam, maar in Frankrijk en de VS schiet op de ic de bedbezetting omhoog. Om het beter vergelijkbaar te maken, hier het aantal opnames per miljoen inwoners. Lees door onder de grafiek



Op welke ingewikkelde puzzel lijkt dit nog het meest?
,,Een nummer tien sudoku of een Rubik’s Cube, het is echt een lastige fase in de pandemie en we moeten er gewoon weer doorheen. Dat is ook voor het nieuwe kabinet niet eenvoudig.’’

Het OMT kijkt ook naar het aandeel van de bevolking dat een booster heeft gekregen. Nederland is bezig aan een inhaalslag, maar scoort nog lang niet zo hoog als Denemarken en het Verenigd Koninkrijk. In die landen is omikron al langer bezig aan een opmars, maar is in tegenstelling tot Frankrijk en de VS nog geen grote stijging te zien in het aantal bezette ic-bedden. Vermoedelijk helpt een boosterprik bij omikron tegen ernstige ziekte.




Bron: Diverse, deze van De Gelderlander 220108

zaterdag 8 januari 2022

Omikron ontziet de longen en is dus milder

Het ziekteverloop bij Omikron is mogelijk milder doordat het de longen spaart. Dat komt volgens de krant The New York Times naar voren uit nieuwe onderzoeken op menselijk weefsel en proefdieren.

Omikron leidde bij muizen en hamsters vooral tot infecties in de neus, keel en luchtpijp, schrijft de krant. De schade aan longen viel mee, terwijl eerdere varianten daar nog veel schade konden aanrichten. Dat leidde onder meer tot ademhalingsproblemen.

Proefdieren met omikron hadden minder longschade, minder gewichtsverlies en betere overlevingskansen. Japanse en Amerikaanse onderzoekers zouden in het bijzonder onder de indruk zijn geweest van de positieve resultaten op goudhamsters. Die konden nog ernstig ziek worden van voorgaande coronavarianten.

Milder

Ook uit andere recente studies komt het beeld naar voren dat omikron milder lijkt te zijn dan de voorgaande delta- variant. Zo keken experts in Hongkong naar monsters die tijdens operaties waren genomen in menselijke luchtwegen. In 12 van die monsters groeide omikron minder snel dan delta en andere varianten.

Dergelijke onderzoeken geven een beter beeld van de impact van de grootschalige verspreiding van omikron. Die variant is vorige maand ontdekt in Zuid-Afrika. Omikron bleek zeer besmettelijk te zijn en verspreidde zich snel over de wereld. Er waren al onderzoeken gepubliceerd die deden vermoeden dat de nieuwe variant leidt tot minder ziekenhuisopnames, maar experts plaatsten daar kanttekeningen bij.

Jongeren

Zo raakten in eerste instantie veel jongeren besmet en die worden minder snel ernstig ziek. Ook zijn veel besmettingen gemeld bij mensen die al immuniteit hadden opgebouwd na een eerdere coronabesmetting of door een vaccinatie. Ook die groep loopt doorgaans minder risico dan bijvoorbeeld ongevaccineerde ouderen.

Het blijft volgens de krant nog wel onduidelijk waarom de variant zich zo snel kan verspreiden. Veel Europese landen hebben recentelijk weer recordaantallen coronabesmettingen vastgesteld.

Bron: NZG & ANP 220103

donderdag 6 januari 2022

Waarom je een winkelwagentje niet hoeft te desinfecteren

Een bezoekje aan de supermarkt begint voor sommige mensen tegenwoordig met het ontsmetten van een winkelwagentje of winkelmandje. Daarna de handen nog even desinfecteren, en dan hup, naar de groenteafdeling. Maar volgens deskundigen is al dat desinfecteren niet nodig.

Besmet raken met corona via een winkelwagentje of kassaband: er is steeds meer bewijs dat het nauwelijks gebeurt. In de zomer van 2020 concludeerde de Amerikaanse hoogleraar microbiologie Emanuel Goldman, in het medisch-wetenschappelijk tijdschrift The Lancet Infectious Diseases, dat de kans dat het virus via een oppervlak van mens tot mens gaat heel klein is.

Sindsdien heeft ook het CDC, de Amerikaanse tegenhanger van het RIVM, de informatieverstrekking aangepast. Volgens die organisatie wordt verspreiding van het coronavirus via oppervlakken "niet verondersteld als een gebruikelijke manier van verspreiding". In die formulering zit een slag om de arm, en ook het RIVM is voorzichtig.


Afgelopen voorjaar wijzigde het RIVM de tekst op de eigen website. Er staat nu: "De kans dat het coronavirus SARS- CoV-2 zich verspreidt via pakketjes of oppervlakken (bijvoorbeeld een deurklink, winkelwagen of toetsenbord) lijkt klein." "Het is niet de meest voorname besmettingsroute voor corona", vult een woordvoerder aan. "Maar het is ook niet uit te sluiten."

Water en zeep

Dat we bij supermarkten nog altijd wagentjes en handen ontsmetten heeft met die voorzichtigheid te maken. Geen wonder dat ketens als Albert Heijn en Plus tegen de NOS zeggen voorlopig desinfectiemiddelen te blijven aanbieden bij de ingang van hun winkels. Maar de manier waarop we schoonmaken is overdreven. Daar zijn de meeste deskundigen - inclusief het RIVM - het over eens.

"Schoonmaken met water en zeep is voldoende. Je hoeft geen desinfectiemiddelen te gebruiken voor winkelwagentjes of deurknoppen", zegt de woordvoerder. "Hetzelfde geldt voor het wassen van je handen."

Uit een steekproef van de Inspectie Leefomgeving en Transport bleek vorige maand dat de meeste supermarkten met verkeerde desinfectiemiddelen werken. Van de 22 onderzochte supermarkten die desinfectiemiddelen aanbieden om winkelwagentjes te ontsmetten, werkte slechts één zaak met een voor dat doel toegelaten middel.

Supermarkten kregen van de inspectie een waarschuwingsbrief, omdat op deze manier geen 'effectieve desinfectie' plaatsvindt en klanten bovendien last kunnen krijgen van huidirritatie.

Volgens epidemioloog Alma Tostmann van het Radboudumc in Nijmegen kunnen supermarktklanten beter zorgen dat ze hun mondkapje bij zich hebben dan dat ze zich druk maken over de handgreep van het winkelwagentje. "Als er een besmet iemand in de winkel rondloopt, is het belangrijker dat we allemaal een mondmasker dragen dan dat het karretje van die klant gereinigd wordt."

"Verspreiding van het virus tegengaan doen we met een heel pakket: testen en thuisblijven bij klachten, in je elleboog hoesten, een mondmasker dragen, adequate ventilatie", zegt Tostmann. "Als er één richtlijn weg zou kunnen, zijn het de extreme vormen van oppervlaktereiniging en handen wassen."

Gevoel van controle

Of we de behoefte om te desinfecteren kunnen loslaten, is weer een ander verhaal. Het is inmiddels gewoontegedrag, en gewoontes zijn moeilijk af te leren, weet hoogleraar sociale psychologie Frenk van Harreveld van de Universiteit van Amsterdam.

"Ontsmetten geeft ons bovendien een gevoel van controle. We voelen ons er iets veiliger door, want tegen besmetting via de lucht kunnen we veel minder doen."

Zie de video in het originele artikel op internet:

Omikron rukt op: zijn de basismaatregelen nog voldoende?

Bron: NOS 220105

zondag 2 januari 2022

Ziekenhuisbezetting daalt verder, nu 1.647 coronapatiënten opgenomen

Opnieuw liggen minder mensen met Covid-19 in een Nederlands ziekenhuis dan een dag ervoor. Volgens cijfers van het Landelijk Coördinatiecentrum Patiënten Spreiding (LCPS) worden momenteel 1.647 coronapatiënten verzorgd. Vrijdag waren dat er nog ruim honderd meer. Daarnaast liggen dertien patiënten in een buitenlands ziekenhuis.

Op de intensive careafdelingen liggen nu 459 coronapatiënten, 22 minder dan vrijdag. In de afgelopen 24 uur werden op de IC’s zeventien nieuwe patiënten opgenomen, het laagste aantal sinds 1 november 2021. Op reguliere verpleegafdelingen is het aantal bezette bedden ten opzichte van vrijdag met 93 afgenomen tot 1.188.

Bron: NRC 220101